(1)Gelaste hijsketting van klasse 80WLL en index
Tabel 1: WLL met kettingstropbeen(en) met een hoek van 0°~90°
| Schakeldiameter (mm) | Max. werklast | ||
| Enkel been t | 2-poot t | 3 of 4 poten T | |
| 7.1 | 1.6 | 2.2 | 3.3 |
| 8.0 | 2.0 | 2.8 | 4.2 |
| 9.0 | 2,5 | 3.5 | 5.2 |
| 10.0 | 3.2 | 4.4 | 6.7 |
| 11.2 | 4.0 | 5.6 | 8.4 |
| 12,5 | 5.0 | 7.0 | 10.5 |
| 14.0 | 6.3 | 8.8 | 13.2 |
| 16.0 | 8.0 | 11.2 | 16.8 |
| 18.0 | 10.0 | 14.0 | 21.0 |
Tabel 2: WLL-index
(2)kettingslingertypes en beenhoek
a. een enkelvoudige kettingsling
b. 2-beens kettingsling
c. 3-benige kettingsling
d. 4-poots kettingsling
(3) gebruik van ronde schakelkettingen
a. Het gewicht van de last moet gelijk zijn aan of lager zijn dan de maximale WLL van de hijsketting.
b. Bij gebruik van een kettingstrop met 2 of 3 benen geldt: hoe groter de hoek van de benen van de kettingstrop, hoe minder last deze kan tillen. De hoek van de benen moet in ieder geval kleiner zijn dan 120° (dat wil zeggen dat de hoek van de kettingbenen met verticale voorloophoek kleiner moet zijn dan 60°).
c. Bij het hijsen met een choker-koppeling moet de belasting minder dan 80% van de WLL bedragen.
d. De hijsketting moet recht zijn, zonder torsie, knopen of buiging. Vermijd het rollen van zware voorwerpen over de ketting.
(1) dagelijkse inspectie
a. Inspecteur, frequentie en registratie
De operator of het aangewezen personeel moet elke werkdag een routinecontrole uitvoeren op het uiterlijk van de hijsketting. Er moet een registratie zijn van de dagelijkse puntinspectie van de hijsband (zie bijlage) op locatie, waaruit blijkt dat de hijsband normaal kan worden gebruikt.
b. Visuele inspectie
Controleer het uiterlijk visueel op tekenen van ernstige slijtage, vervorming of externe schade. Als er tijdens de inspectie gebreken worden geconstateerd, controleer dan of het opnieuw kan worden gebruikt volgens de reguliere inspectiemethode.
(2) Periodieke inspectie
a. Inspecteur, frequentie en registratie
Het aangewezen personeel voert een uitgebreide inspectie van de ketting uit, op basis van de gebreken die tijdens de reguliere inspectie naar voren zijn gekomen. Tevens worden aantekeningen gemaakt om te beoordelen of de ketting nog gebruikt kan worden.
b. Controlepunten
i) Of de externe markeringen, zoals het hijskettingmerk en de uiteindelijke werklast, duidelijk zijn;
ii) De bovenste en onderste eindverbindingen (hoofdschakel, tussenschakel, verbindingen en haken) van de hijsketting zijn vervormd, gesneden en gebarsten, waardoor de normvereisten worden overschreden en ze niet kunnen worden gebruikt;
iii) Vervorming van de kettingschakel: de kettingschakel is gedraaid, gebogen en uitgerekt en kan niet worden gebruikt wanneer de normvereisten worden overschreden;
iv) Slijtage van de schakel: de inkeping, kerf, groef en slijtage van de schakel aan de buitenkant van het rechte stuk kunnen niet worden gebruikt wanneer deze de standaardvereisten overschrijdt;
v) Haakvervorming: de "openings"vervorming en vervorming van de openheid van de haak overschrijden de standaardvereisten en kunnen niet worden gebruikt;
vi) Scheuren: scheuren die door visuele observatie of NDT zijn aangetoond, kunnen niet worden gebruikt.
a. vervorming:
buitenste lengte verlenging＞3％
inwendige lengte verlenging＞5％
b. dragen:
De diameter van de verbindingsdoorsnede na slijtage mag niet kleiner zijn dan 10% (d.w.z. diameter < 90% van de nominale waarde)
c. scheuren:
Er mogen geen scheuren in het oppervlak van de kettingschakel zitten, noch visueel noch door middel van inspectie van de apparatuur.
d. buigen of vervormen:
Er is geen sprake van duidelijke buiging of vervorming, ernstige corrosie of niet-verwijderbare aanhechtingen van de kettingschakel.
(2) haak
a. Haakopening: de vergroting van de haakopening mag niet meer bedragen dan 10% van de nominale waarde.
b. Slijtage van het belaste (gevaarlijke) gedeelte: de dikte van het gedeelte op het slijtagepunt mag niet met meer dan 5% worden verminderd.
c. Draaivervorming: de draaivervorming van het haaklichaam mag niet meer dan 5% bedragen.
d. Scheuren: scheuren zijn niet toegestaan op het gehele haakoppervlak, vastgesteld op basis van visuele inspectie of inspectie van de apparatuur.
e. Kerven en groeven: deze kunnen worden gerepareerd door te slijpen of te vijlen. Het gerepareerde oppervlak en de aangrenzende oppervlakken moeten vloeiend overgaan zonder abrupte veranderingen in het oppervlak. De dikte van het gepolijste oppervlak mag niet meer dan 5% afnemen.
(3) hoofdschakel
a. Vervorming: de vervorming van de gehele hoofdschakel mag niet meer dan 5% bedragen.
b. Slijtage: de slijtage van het oppervlak van de hoofdschakel mag niet meer bedragen dan 10% van de oorspronkelijke diameter.
c. Scheuren: scheuren zijn niet toegestaan op het gehele oppervlak van de hoofdschakel, visueel of door middel van inspectie van de apparatuur.
(4) boeien en andere toebehoren
a. Opening: de openingsgrootte van de beugel overschrijdt 10% van de oorspronkelijke waarde.
b. Slijtage: de diameter van de pen of penas is meer dan 10% van de oorspronkelijke diameter versleten; de slijtage van het belaste (gevaarlijke) gedeelte is meer dan 5%.
c. Barst: er mag geen scheur optreden op het gehele oppervlak van het accessoire, visueel of bij inspectie van de apparatuur.
(1) Normale kettingschakels
(2) Misvormde haak (afgeschraapt)
(3) Vervorming, slijtage en kratervorming van kettingschakels (schroot)
(4) Lokale slijtage aan het oppervlak van de schakel van de ketting (kan worden gerepareerd)
(5) De schakel van de ketting is licht versleten en vervormd (hij kan nog wel gebruikt worden)
Plaatsingstijd: 17-12-2021
